Zoeken

Sint Servatius Brouwerij

Brouwerij

Opgericht: ~1817
Gestopt: 1954

Namen

(1817-1871) Bierbrouwerij Rutten (Gubbelstraat)
(1871-1920) Bierbrouwerij De Zwarte Ruiter
(1920-1954) Sint Servatius Brouwerij

Etiketten:

Provincie: Limburg

Vestigingsadres

Brusselscheweg Maastricht

Geschiedenis

Over de ontstaansgeschiedenis van brouwerij De Zwarte Ruiter is niet veel bekend. In 1817 werd een brouwerij te koop aangeboden in de Gubbelstraat in Maastricht. Petrus Rutten was of werd er de brouwer. Hij was een van de nazaten van de brouwersfamilie Rutten die al sinds de 17e eeuw bierbrouwerijen in Maastricht exploiteerden. Zijn broers hadden brouwerijen in de Wolfstraat en in de Jodenstraat.

Na het overlijden van Petrus Rutten in 1829 werd de brouwerij voortgezet door diens zoon Joannes Henricus Rutten. De firma J.H. Rutten hield zich niet alleen bezig met het brouwen van bier maar ook met de verkoop van behangselpapieren. Vanaf 1871 was er Beijersch bier verkrijgbaar uit de stoombierbrouwerij De Zwarte Ruiter. De firma J.H. Rutten was inmiddels overgegaan naar de zonen van Joannes Henricus Rutten. Zij begonnen met het opzetten van Maastrichtse bierhuizen. In verschillen steden in het land was het bier van De Zwarte Ruiter, waaronder het befaamde Maastrichts oud, daar verkrijgbaar.

Rond 1883 werd een nieuwe brouwerij geopend buiten de voormalige Brusselsche Poort. De brouwerij richtte zich ook op de export van bier naar Nederlands-Indië en Suriname. Bij diverse tentoonstellingen, waaronder de wereldtentoonstelling in Parijs in 1889, werd het bier bekroond met de gouden medaille.

Samen met de Rotterdamse distilleerder Franciscus van der Wolk, richtten de broers Pierre, Henri, Guillome en Gustave Rutten in 1893 de Naamlooze Vennootschap De Rutten's bierbrouwerij "De Zwarte Ruiter" op. Uit de oprichtingsakte blijkt de omvang van de onderneming. De NV had een maatschappelijk kapitaal van twee miljoen gulden. Naast de brouwerij in Maastricht en de likeurstokerij in Rotterdam, beschikte de NV over ruim veertig panden in Maastricht, Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Leiden, Leeuwarden, Haarlem, Eindhoven, Arnhem, Nijmegen en Tiel.

Aan het begin van de 20e eeuw werd Franciscus' zoon Hendrik Franciscus van der Wolk directeur van De Zwarte Ruiter. Ondanks een breed assortiment van bier, wijn, gedistilleerd, siropen en spiritus en een groot aantal vaste afzetpunten, leed de onderneming onder de moeilijke economische omstandigheden tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. In 1920 werd op de algemene vergadering van aandeelhouders besloten het Brouwerijbedrijf op te heffen, zoodat de Maatschappij zich voortaan uitsluitend zal bepalen tot de exploitatie en daarmee gepaard gaande uitbreiding en modernisering harer reeds door geheel Nederland gevestigde koffiehuizen.

De brouwerij werd verkocht aan Heineken's Bierbrouwerij Maatschappij en voortgezet onder de naam Sint Servatius Brouwerij. In de brouwerij werd nog Maastrichts oud gebrouwen maar ze diende vooral als depot voor Heineken. In 1954 werden de gebouwen verkocht.

De Zwarte Ruiter keerde terug als biermerk toen Paul Rutten, directeur van de Gulpener Bierbouwerij, de naam in 1980 kocht en verbond aan zijn Mestreechts Aajt. Paul Rutten was de achter achterkleinzoon van Joannes Henricus Rutten.