Zoeken

Davo-Bierbrouwerij

Brouwerij

Opgericht: 1868
Gestopt: 1907

Namen

(1868-1879) Bierbrouwerij Davo
(1879-1886) Wiener Bierbrouwerij
(1886-1907) Davo-Bierbrouwerij

Etiketten:

Provincie: Overijssel

Vestigingsadres

Boxbergerweg 145 Deventer

Geschiedenis

Twee jaar nadat de broers Bernard en Willem Herman Cost Budde het plan opvatten om in Deventer een stoombierbrouwerij op te richten, kwam in 1868 het Davo-bier op de markt. Nog datzelfde jaar ontving het bier de gouden medaille op de Tentoonstelling van Nederlandsche Nijverheid en Kunst te Arnhem. Al snel was het Beijersch bier van Davo, genoemd naar de veronderstelde stichter van de stad Deventer, verkrijgbaar in de hele land.

In 1879 overleed Willem Herman Cost Budde waarna Bernard de brouwerij voortzette als Wiener Bierbrouwerij onder firma B & W.H. Cost Budde. Ruim zes jaar later, in 1885 zag hij zich genoodzaakt om de brouwerij vanwege voortdurende ongesteldheid alsnog te verkopen. Het bod van de firma Hagedoorn & Kirchmann van de Twentsche brouwerij werd afgewezen. De nieuwe eigenaren werden de verder onbekende heren Lutkie uit Den Bosch en Van der Harte uit Eindhoven. Zij verkochten de brouwerij in 1889 door aan Louis Kirchmann.

Louis Kirchmann was in 1873 mede-oprichter van de Twentsche brouwerij en hij had in 1881 de Z.H.B. opgericht. De depots van beide brouwerijen verkochten daarna zowel bieren van de Z.H.B. als Beiersch Bier, Münchener, Pilsener, Dortmunder en Extra Stout van de Davo brouwerij. In 1891 werd door Louis Kirchmann en koopman Hugo Birkenhauer de NV Davo-Bierbrouwerij opgericht met als doel het brouwen van alle soorten van bieren, den verkoop daarvan en de exploitatie van de aan de vennootschap toebehoorende depots en cafés.

Om een, weliswaar gekleurd, beeld te krijgen van de arbeidsomstandigheden in de brouwerij is het volgende artikel illustratief uit Recht voor Allen, Orgaan der Sociaal-Demokratische Partij van 10 juni 1892: Toestand der werklieden te Deventer: Ook op de brouwerij Davo is de zuigpomp in volle werking. De arbeiders beginnen daar 's morgens om 5 uur te zwoegen, eindigen (behalve den schafttijd) 's avonds 7 uur en ontvangen daarvoor f 4,50 tot f 6 loon per week. Overwerk wordt daar in het geheel niet betaald terwijl een paar minuten te laat komen, wordt beboet met 25 centen.

Het is onduidelijk hoe het de brouwerij is vergaan na het overlijden van Kirchmann in 1899. Depothouder C. Fromme uit Enschede meldde in 1907: Na opheffing der Davo-Bierbrouwerij, te Deventer, hebben mijne verplichtingen tegenover haar opgehouden te bestaan. In 1909 was in de voormalige brouwerij aan de Boxbergerweg een fabriek gevestigd voor Fijne Vleeschwaren en Conserven. Het merk Davo werd in de jaren 1920 door de ZHB nog gebruikt bij de export naar Nederlands-Indië.

Deventer moest ruim een eeuw wachten voordat zij weer een nieuwe Davo-brouwerij mocht verwelkomen. Behalve de naam heeft deze echter geen directe banden met de oorspronkelijke brouwerij.