Zoeken

Bierbrouwerij De Schenkkan

Brouwerij

Historisch Erfgoed

Opgericht: 1635
Gestopt: 1954

Etiketten:

Provincie: Noord-Brabant

Vestigingsadres

Lange Brugstraat 33 Leur (gemeente Etten-Leur)

Geschiedenis

De brouwerij aan de Lange Brugstraat in Leur is waarschijnlijk rond 1635 gesticht door Jasper Adriaan Goor Eijckx. Hij werd opgevolgd door Cornelis Kanters. Jan Jacobus Hootsmans liet vanaf 1739 de brouwerij na aan zoon Joost en vervolgens waren via overerving leden van families Hootsmans en Verhaeren eigenaar.

In 1821 was Jacobus Vissers brouwer in de Schenkkan. Na zijn overlijden in 1835 zette zijn weduwe Katharina Michielsen de brouwerij voort, kort daarna werd zij bijgestaan door haar tweede echtgenoot Martinus Peeters. Hij was in 1847 een van de Bierbrouwers in het arrondissement Breda, die te kennen gaven, dat van heden de prijzen van alle soorten, zoowel Witte- aIs Bruine Bieren, met een Gulden per Ton zijn verhoogd geworden. Twee jaar later zette hij de van ouds beroemde Bierbrouwerij, genaamd de Schenkkan, te koop en vertrok samen met Katharina naar Sneek.

Ook de nieuwe eigenaar, de zoutzieder Pierre Nolson, was volgens een krantenbericht uit 1854 gedwongen door den hoogen prijs der Hop en Granen, genoodzaakt de prijs van zijn bier met een gulden per ton te verhoogen. En een jaar later bracht ook hij de brouwerij ter veiling. Zijn opvolger, grondeigenaar Nicolaas van Someren Brand ging in 1863 een vennootschap aan met Hendrik Jan Bloemen tot uitoefening van het beroep van Bierbrouwer. De vennootschap werd in 1866 alweer beëindigd waarna Bloemen de brouwerij alleen voort zette. De Schenkkan stond destijds bekend om haar gerstebier en leverde in het seizoen ook Maartsch provisie-Bier

In 1880 kocht brouwerszoon Jacobus Johannes de Weert de brouwerij van Hendrik Jan Bloemen. Zijn vader Nicolaas de Weert was eigenaar van brouwerij De Vissenberg in Sprundel. Jacobus voegde in 1893 een mouterij aan het bedrijf toe. Na zijn overlijden in 1932 zette zijn zoon Gust de brouwerij voort.

De Schenkkan is, ondanks de toenemende populariteit van het pilsener, altijd bovengistend bruin bier blijven brouwen. Net als veel andere kleine brouwerijen werd de concurrentie na de Tweede Wereldoorlog onhoudbaar. In 1954 werd gestopt met brouwen en ging het bedrijf verder als drankenhandel.

De mouterij werd in 1982 door het schutsgilde St. Hubertus opgeknapt en in gebruik genomen als gildehuis.