Zoeken

Bierbrouwerij De Roode Eenhoorn

Brouwerij

Opgericht: <1544
Gestopt: ~1820

Namen

(1544-1750) Bierbrouwerij Het Gulden Lam
(1750-1820) Bierbrouwerij De Roode Eenhoorn

Provincie: Zuid-Holland

Vestigingsadres

Hoogewoerd Leiden

Geschiedenis

In 1544 was Gerijt Beuckelsz Buijtewech brouwer aan de Hogewoerd in een pand dat bekend stond als het Gulden Lam. Veel is niet bekend over zijn brouwerij. Hij werd opgevolgd door Arent Claesz Brammer en na hem Jan Dircksz van der Burch. Aan het eind van de 16e eeuw was Claes Adriaensz van Leeuwen er de brouwer. Over hem noteerde stadssecretaris Jan van Hout in 1607: Adriaen Claesz. van Leeuwen, woont aen de noortzijde van de Hogewoert, stelt tot zijn mercteycken ’t Lam, heeft in ’t jaer 1600zes gebrouwen 90 broutten, elc brout 80 zacken.

in 1764 werd geadverteerd voor een Comptoir-Dogter in brouwerij De Roode Eenhoorn en in 1772 werd de brouwerij opgenomen
op het behangschilderij voor het bierbrouwersgildehuis. In 1810 maakte de firma Hartsen en Comp. bekend dat zij eigenaar
waren geworden van De Roode Eenhoorn op de Hoogewoerd, en achter uitkomende op den Nieuwen Rhijn te Leijden.

In 1817 volgde de veiling van Eene van ouds gerenomeerde en bijzonder wel gesitueerde en beklante Bierbrouwerij, genaamd Den Rooden Eenhoorn, waar in die Affaire sedert onheuglijke Jaren met goed succes is gedaan en nog wordt gecontinueerd, met de benodigde Werk- en Bergplaatsen voor Bieren, als anderzins Turf-kamer, Kolen-hokken, Koorn-, Hop- en andere Zolderingen, Werk-kuip en Onderbak, vijf Koelbakken, Geilkuip en Vaatbak, Dunnebiers-kuip en Schepbak, grote kopere Brouw-, Bier- en Water-ketels, met de nodige Vuurplaatsen, groote kopere en loode Pompen, met derzelver staande Stukken, Kuiphuis en Fornuis, ter uitbranding en zuvering van het Vaatwerk, item zeer welingerichte en sedert weinig jaren nieuw gemetselde Mouterij, met de daar bij behoorende Eest, Moutvloer, Gerstbak, Waterpomp, Trijsmolen, Denning, Mouthokken en Bergplaatsen voor Kolen.

Ook over het einde van de brouwerij is weinig bekend. Cornelis Leembrugge en Martinus Harteveld maakten in 1820 bekend dat zij De Roode Eenhoorn hadden aanvaard en dat de bestellingen der bieren zowel aan hun brouwerij De Posthoorn op de Oudevest als aan het kantoor der gezegde brouwerij, op de Hogewoert, werden aangenomen.