Bier uit de wonderbron
Toen Bonifatius in 754 bij Dokkum werd vermoord is op de plaats delict door een wonder een zoetwaterbron ontstaan. Was dat de bron waarmee Dokkumse brouwers eeuwenlang hun bier brouwden? Het klinkt als een fabel, maar is niet onwaar.
De wonderbron
Volgens het bekende verhaal reisde Bonifatius in het voorjaar van 754 met een groot gezelschap, waaronder monniken en soldaten, vanuit Utrecht naar Friesland om de Friezen tot het christendom te bekeren. In de ochtend van de 5e juni werd het gezelschap bij Dokkum door de heidenen overvallen, niemand overleefde de slachting.
Op de plaats van de moord liet de Frankische koning Pippijn de Korte een terp opwerpen en een houten kerkje bouwen ter ere van Bonifatius. In het kweldergebied was gebrek aan zoet drinkwater. Toen de Frankische opzichter de werken kwam inspecteren zakte zijn paard weg in de modder en ontstond door een wonder een zoetwaterbron. Op de terp ontwikkelde zich rond deze 'wonderbron' een abdijcomplex, dat in de Middeleeuwen veel pelgrims trok.
Aldus de overlevering. Of het allemaal daadwerkelijk zo is gegaan is de vraag. Feit is echter dat Dokkum meerdere zoetwaterbronnen telde, waar de Dokkumse brouwers dankbaar gebruik van maakten.
De Brouwersfontein
Rond 1700 telde Dokkum 19 brouwerijen op slechts 3000 inwoners. Het Dokkumer bier werd dan ook voor een groot deel buiten de stad afgezet. Het Dokkumer bier was vermaard vanwege de goede waterkwaliteit van de bronnen. Naast de 'wonderbron' in de abdij was er op de terp een tweede bron voor het gewone volk, de Fetze-bron, die tot 1963 water heeft gegeven. De bronnen op de terp zullen door mensenhand geslagen waterputten zijn geweest. De belangrijkste bron voor de brouwers lag buiten de vesting in de weilanden: de Brouwersfontein.
Deze bron moet hier al sinds mensenheugenis zijn geweest. Grondwater van de Friese Wouden - het hoger gelegen keileemplateau - kwam, gefilterd door zand- en grindlagen, aan de voet van het plateau op poreuze plaatsen aan de oppervlakte. In feite gaat het om kwelwater, een natuurverschijnsel dat op veel plaatsen voorkomt, bijvoorbeeld aan de voet van stuwwallen, zoals de Veluwe. Natuurlijk gefilterd kwelwater is van zeer goede kwaliteit en zoet, terwijl waterputten in het zeekleigebied vaak brak of zout water gaven. In de middeleeuwen kon men dit verschijnsel niet verklaren, dus is het niet vreemd dat men dit beschouwde als een wonder, dat in de overlevering aan Bonifatius werd toegeschreven. Rond zo'n wel kan een drassig gebied ontstaan waarin bijvoorbeeld een paard makkelijk kan wegzakken.
De Bonifacius Fontein
Kwelbronnen worden voortdurend gevoed en leveren veel water. De bron moet in de Middeleeuwen in bezit van het Dokkumer brouwersgilde zijn gekomen. Vanaf de bron liep een watergang - de Fonteinsloot - naar de vestinggracht, waar het bronwater werd opgevangen in de Brouwersdobbe. Hier werd het met een putgalg of wip in waterschuiten geschept en naar de brouwerijen gevaren. Toen in de 19e eeuw de brouwnijverheid sterk afnam was het onderhoud van deze werken steeds moeilijker op te brengen. In 1867 schonken de laatste overgebleven brouwers in Dokkum - van De Drie Gecroonde Roosen en Het Wagentje - de bron aan de gemeente. Deze liet in 1884 bij de Fonteinsloot een gietijzeren pomp plaatsen - nu genaamd de Bonifacius Fontein - als openbare watervoorziening. De pomp is behouden gebleven en staat aan de kop van de Fonteinsloot aan de Bronlaan.
De Bonifatiusbron
Na de Reformatie van 1580 werd de abdij op de terp gesloopt, de wonderbron gedempt en kwam een einde aan de Bonifatiusverering. Pas in de 19e eeuw werd de vrijheid van godsdienst hersteld. In 1872 verrees in Dokkum een nieuwe katholieke kerk, de St. Bonifatius, naar ontwerp van Pierre Cuypers. Ook de Bonifatiusverering werd nieuw leven ingeblazen. Het was vooral de Friese karmelietenpater en historicus Titus Brandsma die zich hiervoor inzette. Na studie van oude geschriften concludeerde Brandsma dat de aanslag op Bonifatius niet 'in', maar 'bij' Dokkum had plaatsgevonden. Daarmee kwam de 'Brouwersfontein' in beeld. Hij wist inmiddels ook dat de Brouwersfontein en de bronnen op de terp tot dezelfde waterader moesten behoren. In de jaren 1930 kocht de parochie een weiland aan naast de Brouwersfontein om een Processiepark met kruisweg aan te leggen en de Bonifatiuskapel te bouwen. Zo werd de Brouwersfontein de Bonifatiusbron. Bron en park zijn in de jaren 1990 nog opgeknapt en heringericht en trekken nog altijd pelgrims en cultuurtoeristen. Sinds 2015 is in Dokkum ook weer Bonifatiusbier te krijgen, gebrouwen met water uit de Bonifatiusbron.
Bron: Banga, Warner B. en Piet de Haan, Bierbrouwen in Dokkum, Dokkum 2018
Gepost in Bierverhalen
Tags: Ingrediënten, Regionaal