Facebook Twitter Instagram

Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur

Het eerste Nederlandse hopbier

Rond 1300 werden bieren die uit Noord-Duitse Hanzesteden afkomstig waren in Nederland heel populair. In Bremen, Hamburg, Lübeck en Wismar waren brouwers in de dertiende eeuw overgestapt op het gebruik van hop om het bier te kruiden. Voor die tijd gebruikten ze hiervoor andere kruiden die onderdeel waren van gruit. Het nieuwe hopbier smaakte aangenaam bitter en was langer houdbaar dan gruitbier. De Nederlandse brouwers keken met argusogen naar het commerciële succes van het hopbier en popelden om dit zelf te gaan maken. Maar dat mocht niet zomaar.

Tot die tijd brouwden Nederlandse brouwers gruitbier. Gruit was een moutsiroop gemengd met kruiden om het bier te laten vergisten en sterker te maken. Brouwers kochten deze hulpstof in een gruithuis dat werd geëxploiteerd door de graaf, de bisschop, een edelman of kerk. Voor hen was dit gruitgeld een belangrijke inkomstenbron. Zouden brouwers overstappen op de productie van hopbier en geen gruit meer afnemen, dan zouden de uitbaters van de gruithuizen dus inkomstenderving lijden. En dat lieten ze niet over hun kant gaan.

Oorkonde Graaf van Holland 1321
Oorkonde graaf van Holland van 1 mei 1321, Nationaal Archief.

De vraag van consumenten naar hopbier bleef de eerste decennia van de veertiende eeuw groeien en het importbier uit de Hanzesteden viel niet aan te slepen. Brouwers uit dorpen en steden in Noord-Holland onderhandelden met graaf Willem III van Holland en wisten tot een akkoord te komen. Op 1 mei 1321 vaardigde de graaf een oorkonde uit waarin hij de brouwers in zijn territorium toestemming gaf om voortaan hopbier te maken in plaats van gruitbier. De voorwaarde die hij stelde was dat zij over een brouwsel hopbier evenveel belasting zouden afdragen als het gruitgeld. Zo behielden edelen en instellingen die het gruitrecht uitoefenden toch hun inkomsten.

De grafelijke oorkonde was het startsein voor de productie van hopbier in het gewest Holland. Uit andere bronnen weten we dat ook in Utrecht, Overijssel en Groningen vanaf de jaren 1320 hopbier werd gebrouwen. Rond 1350 was in de steden een ware bierindustrie ontstaan en kort daarna begonnen de Nederlanden ook hopbier te exporteren naar Vlaanderen, Noord-Frankrijk en Engeland. Binnen een eeuw was het traditionele gruitbier van de markt geveegd. Vanaf die tijd tot op de dag van vandaag zou in Nederland alleen hopbier worden gebrouwen. De grafelijke oorkonde uit 1321 kan worden beschouwd als het begin van de Nederlandse bierindustrie, die in 2021 zevenhonderd jaar bestond.

Oorkonde Graaf van Holland 1321 transcriptie
Transcriptie van de grafelijke oorkonde uit 1321

Tijdvakken:
Oerbier (–900)
Gruitbier (900–1300)
Hoppenbier (1300–1550)
Het vrije bier (1550–1650)
Bier in verval (1650–1835)
Beijersch bier (1835–1980)
Verscheidenheid in bier (1980–)
Der Hefner

Tags: Tijdvak Hoppenbier (1300-1550), Ingrediënten

-- Adverteerders --

© 2017-2025 Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur