Een hete zomer
1 juli 2018 - Henri Reuchlin.
Het is inmiddels een halve eeuw geleden, maar de zomer van 1968 is in meerdere opzichten legendarisch. Het begon met de studentenrellen van Parijs die zich al snel over heel Europa verspreidden. Niet alleen op de studentencampussen was het een hete aanloop naar de zomer. Ook in de bestuurskamers van de Nederlandse brouwers heerste hoogspanning. Al sinds het begin van de jaren zestig had marktleider Heineken toenaderingspogingen gedaan naar verschillende Nederlandse concurrenten voor een overname. Met de directie van Amstel, Drie Hoefijzers, Oranjeboom en Grolsch werd gesproken, en soms meer dan eens. De gesprekken hadden geen resultaat. Telkens bleek er een beer op de weg: over de prijs werd men het niet eens, of er waren voorwaarden van beide kanten die niet verenigbaar waren. Maar toch, er hing een sfeer van consolidatie in de lucht. Oranjeboom uit Rotterdam was in het begin van het decennium al een samenwerking aangegaan met de brouwerijen Barbarossa uit Groningen, Phoenix uit Amersfoort en ZHB uit Den Haag. Het kwam neer op een overname door de Rotterdammers, die daarmee uitgroeiden tot de derde brouwer van het land, na Heineken en Amstel.