De Nederlandse biercultuur
29 oktober 2017 - Rick Kempen.
Indrukwekkend hoor, dat we nu een heuse stichting hebben die zich bezighoudt met het bijhouden van kennis over Nederlands bier en de Nederlandse biercultuur. En een bijbehorende website ook nog. Dat belooft wat! Toch is mijn eerste vraag: zijn we het erover eens wat dat is, de Nederlandse biercultuur? De website van de stichting zelf zegt er niets over. Goed, dat is misschien wat kort door de bocht. Op de site lezen we dat “de stichting als doelstellingen heeft het actueel houden van een register met informatie over de Nederlandse biercultuur in de breedste zin des woords, en het behouden en promoten van het erfgoed van de Nederlandse biercultuur.”
De breedste zin
Dat is opmerkelijk, op zijn minst. De Nederlandse biercultuur in de breedste zin van het woord, dat is net zoiets als ‘de natuur’ - en daar dan een website over. Dat behelst nogal wat - maar wat dan? Hele volksstammen zullen vinden dat wij onze biercultuur destijds hebben verkwanseld en ingeruild voor een pilswoestijn. Enkelen zullen zeggen dat wij nu pas weer bezig zijn een biercultuur te vormen, nu we ruim 500 ingeschreven bedrijven hebben die zich met de bierbereiding zeggen bezig te houden. Weer anderen blijven Siberisch onder de hele kwestie.
Zal ik u mijn idee eens geven? ‘De’ Nederlandse biercultuur bestaat namelijk wel degelijk, en is er een die doortrokken is van onze VOC geest. Onze cultuur, in bredere zin, is een open en handelsgerichte cultuur: we zijn altijd bezig geweest met het doen wat anderen pleziert en waaraan we vervolgens een boterham kunnen verdienen - idealiter goed belegd.
Anders dan bij de vraag welke de oudste brouwerij van Nederland is - dan speelt Brand bijvoorbeeld pas sinds kort een rol, en het banpanhuis van Wylre allang niet meer - maakt alles en iedereen die zich ooit met bier heeft beziggehouden binnen wat nu Nederland is, of ooit was, integraal en onlosmakelijk deel uit van de Nederlandse biercultuur. En daarin zijn wij eerst en vooral handelaars geweest. Bij bier hebben we wel een ‘maakindustrie’ gehad, maar die speelde tweede viool bij onze handelsbelangen.
Handelsgeest
Amsterdam ontleent een groot deel van haar welstand en faam aan het tolrecht dat zij heffen mocht op het geïmporteerde Hamburgs bier. Ja, er werd ook gebrouwen in de hoofdstad - maar dat was eerder bulkbier voor de scheepsbemanningen van de VOC dan kwalitatief hoogwaardig bier voor eigen consumptie.
Steden als Haarlem, Gouda, Dordrecht en Delft stonden, voor korte of langere tijd, bekend als steden wier bier zo goed was dat het ruim verspreid werd. Die posities gingen verloren doordat brouwers beknibbelden op ingredienten, eigenlijk geen ‘kwaliteit’ wilden leveren of anderszins de prioriteiten verlegden. Liever legden we ons toe op de handel in bier dan dat we zelf een goed product maakten.
Eenzelfde lot was de Nederlandse hopindustrie beschoren: op zeker moment was de internationale klandizie het beu steeds meer stenen, snoeiafval en brandnetels in de zakken te vinden, en steeds minder hoogwaardige hopbellen. En zo doekten we de plantages op, en legden ons verder toe op de handel in hop.
Pilsener
Toen het pilsener biertype eenmaal zo populair bleek dat wij het in Nederland massaal inruilden voor wat er nog over was van onze oorspronkelijke, lokaal geproduceerde, biertypen stortten de brouwindustrie er zich uiteindelijk massaal op. Het blijft speculeren maar ik durf de stelling aan dat de bieren die wij nog ‘oorspronkelijk produceerden’ eenvoudigweg van te slechte kwaliteit waren om te overleven. In Engeland, België en Duitsland waren de oorspronkelijk geproduceerde bieren blijkbaar beter, of in ieder geval geliefder - daar bestaan ze veelal tot op de dag van vandaag nog.
Nederland bleek goed in het brouwen van pilsener en veroverde er de wereld mee. Lang was Nederland de grootste bierexporteur ter wereld - nu moeten we Mexico voor ons dulden - en waar ter wereld je ook komt, je vindt er Nederlands bier.
Niet alleen pilsener: ook veel van de brouwerijen die maximaal 15 jaar oud zijn verschepen hun bier van de VS tot China, van Australie tot de Noordkaap. Van Mooie Nel maken we North Sea IPA want dat bekt beter. Soms berusten we in Disputin. Maar: we plezieren anderen, en handelen er op los. Dat is onze Nederlandse biercultuur.
Rest ons de vraag: hebben we dan een stichting en bijbehorende website nodig? Ja, want “de Nederlandse biercultuur in de breedste zin des woords” behelst een goed naar de klant kijkende industrietak, die pleziert en handelt. Dan is een goed register handig voor wie zaken met ons wil doen. Alle hulde dus aan dit initiatief!