Bock in beweging
30 september 2017 - Henri Reuchlin.
Een van de interessantste traditionele biertypen in Nederland is bockbier. Interessant vanwege de relatief lange geschiedenis en vanwege het feit dat bockbier decennia lang zowat het enige biertype was dat brouwers naast hun pils brouwden. Een bier dat het feestje van de brouwer heette te zijn, omdat het – in tegenstelling tot pils – niet geacht werd exact te smaken zoals het voorgaande brouwsel. De traditie van bockbier is dan ook behoorlijk fluïde. Misschien is dat ook wel de kracht van een levende traditie.
Ik werd met die beweeglijkheid geconfronteerd toen ik met een lokale restaurateur onlangs twee bockbieren van de Lindeboom brouwerij proefde. Het ene bier was nog geen jaar oud, het ander had acht jaar lang in mijn bierkelder liggen wachten op een mooi moment om gedronken te worden. In de acht jaar die verstreken waren, had het design van het etiket een totale metamorfose ondergaan. Alleen het woord Lindeboom herinnert eraan dat beide bieren uit dezelfde brouwerij stammen. En strikt genomen is dat zelfs niet eens waar, want sinds een paar jaar heeft Lindeboom een gloednieuw brouwhuis om aan de toegenomen vraag te voldoen. Eigenlijk is de enige overeenkomst dat de fles zelf niet veranderd is in de tijd. Nog steeds zit deze bock in de standaard Nederlandse bierfles die in 1986 geïntroduceerd is. Een fles van dertig jaar oud. Dat is pas traditie. De oranjerode linde op het oude bier heeft plaats gemaakt voor een bruin retro etiket met de afbeelding van een zwarte bock.
“De brouwers grijpen terug naar de oorspronkelijke brouwreceptuur en ondergistende giststam”, meldt de beschrijving. Het bier uit 2009 is bovengistend “volgens familiaal recept”. Het nieuwe bier is inderdaad ‘back to the future’. Van oudsher is bockbier een ondergistend biertype, gemaakt van de eerste oogst van het nieuwe jaar. Als je moeder natuur alle rust geeft en het bier volgens traditionele methode maakt, is dat bockbier overigens pas tegen de vastentijd klaar. Nog altijd is in Beieren het aanslaan van het eerste vat bockbier een belevenis waarmee de vastentijd ingeluid wordt. Brood eten mag dan niet meer, maar een voedzaam glas bock is altijd toegestaan. De bockbiertijd geldt wel als het vijfde seizoen van München.
Die eer heeft het bockbier in Nederland nooit gekregen. In het begin van de twintigste eeuw, toen ons Nederlands bockbier ontstond, werd het in december gelanceerd, als een specialiteit om de bieromzet te verhogen. Uit oogpunt van commercie werd het introductiemoment steeds een stukje naar voren geschoven. Zo transformeerde het bockbier langzaam van een winterbier tot een herfstbier. Jarenlang werd de komst van de bock gevierd op de eerste maandag van oktober. In een poging het bockseizoen nog verder te verlengen werd mij gevraagd de bockbierintroductie op 21 september, het begin van de herfst, te organiseren. Bockbier is immers een herfstbier en op 21 september begint dat jaargetijde. Dat jaar bleken op die datum de mussen dood van het dak te vallen van de hitte. In hemdsmouwen proefden we in de brandende zon bezweet van de bock, terwijl we eigenlijk niets liever dan een koele pils wilden drinken. Moeder Natuur had ingegrepen. Verse bock drink je niet eerder dan oktober.