Facebook  Instagram

Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur

Eerder verschenen Blogs

Creatief met bier

1 juli 2025 - Gijs Troost.

Zo af en toe valt, wandelend over een bierfestival of scrollend door de socials, je oog op iets dat als ‘bier’ wordt geadverteerd, maar wat op de één of andere manier niet direct die associatie oproept. Een nieuwe gimmick op festivals is blijkbaar bier uit een slushmachine. Ik had het al eens gezien, maar nu zag ik een bier/slush aangeprezen worden als – en ik citeer: “lekker dik, geprakte banaan, mango, ananas en een tropische kokos vibe”.

Ik heb voor mezelf een beeld van wat ik denk dat bier is, dus na deze promo was ik ietwat van mijn à propos en ging mijn gelijk halen in de keuken waar A. bezig was. Maar in plaats van mij te bevestigen in mijn ontzetting, betoogde A. dat deze creativiteit misschien wel goed is in een krimpende biermarkt en dat je op deze manier mensen in bier kan interesseren en je de markt kan verbreden. Dat klonk op zich wel plausibel; hoe groter je vijver, des te meer er te vangen is. En toch bleef er iets aan mij knagen. Is er een grens aan hoever je een product kan oprekken? En zo ja, wat of waar is die grens dan?

Voor mij is bier in de basis een drank verkregen door de vergisting van uit zetmeel gewonnen suikers, met daarbij vaak ook nog wat hop. Andere kruiden en vruchten zie ik al als een randverschijnsel. Met deze simpele basis ingrediënten is een enorm breed scala aan bieren mogelijk. Van moutzoet tot kurkdroog, van zacht tot bitter of zuur, van verfrissend tot verwarmend. De grens lijkt bepaalt door de creativiteit van de brouwer.

En dus is die grens verlegd met marshmallow, vanille, mango, kokos, pindakaas-chocolade, aardbei-amandel, witte chocolade-framboos, tonkabonen en andere Haribo-gerelateerde ingrediënten. En bakken lactose natuurlijk, zodat de milkshake-IPA met wel 20 gram/liter Amerikaanse dryhop net zo smaakt als, tja, een milkshake?
Overigens is het de vraag of die tonkabonen, vanwege het gehalte cumarine, wel zo’n geschikt ingrediënt voor bier zijn. Net zoals dat, door overdadig dryhoppen met uitgerekend Amerikaanse hopvarianten, het nitraatgehalte in allerlei NEIPA’s, DIPA’s en TRIPA’s tot wel makkelijk 5 à 6 keer de wettelijk toegestane norm overschrijdt.

Mackeson Milk Stout
Mackeson’s Milk Stout

Een andere grens (voor mij) is het gebruik van dierlijke producten in bier. Ja maar, hoor ik u zeggen, brouwerijen werken toch al eeuwen met zaken als isinglass en lactose? Isinglass (of vislijm) was een klaringsmiddel gemaakt uit de gedroogde zwemblaas van vissen en is als klaringsmiddel achterhaald door andere methoden om het bier helder te krijgen. Het gebruik van lactose, oorspronkelijk in Mackeson’s milkstout uit 1909, was een typische marketingtruc om de consumptie van bier in een gezonder en voedzamer daglicht te stellen tegenover de druk van de matigingsbeweging van rond 1900. De begeleidende tekst jubelde dat het per pint evenveel koolhydraten bevat als 10 ounce volle melk, wat neer komt op ruim 12 gram extra suiker per pint. De retoriek is goed, maar ik denk niet dat iemand werkelijk geloofde dat het daardoor gezond was. Vijf jaar later deed Mercer’s er een schepje bovenop met Mercer’s Meat Stout: “brewed with the addition of a specially prepared meat extract. (…) The Body Building Beverage for Brain Bone and Blood”.

Mackeson Milk Stout
Mercer's Meat Stout


Recentere toevoegingen hebben eenzelfde gimmick gehalte. Het ingrediënt krekels ‘verrijkt [het bier] met hoogwaardige proteïnes uit insecten. Ze hebben een nootachtige smaak en maken het bier vol, rond en romig’. Uit ervaring weet ik dat (al dan niet geroosterde) boekweit eenzelfde effect heeft, dus waarom krekels? In Japan wordt ook een krekelbier gebrouwen, met beestjes die groot geworden zijn met de bostel van een eerder brouwsel, want dat is zo lekker circulair.
Trouwens, over romig gesproken: een kroeg in Nieuw-Zeeland heeft ooit een ‘milked’ stout laten brouwen met als speciaal ingrediënt hertensperma. Het bier wordt getapt met een handpomp voor een extra romig mondgevoel: "There's only one way to serve semen stout and that's handpulling it" (pun obviously intended). De verantwoordelijke brouwer gaf overigens toe dat de totale hoeveelheid sperma niet meer was dan 35ml en dat het romige mondgevoel afkomstig was van de saturatie met stikstof i.p.v. koolzuur (vgl. Guiness).
Voor wie dit niet exotisch genoeg is, bestaat er in IJsland ook nog bier met op schapenstront gerookte walvistestikels. Aangezien dit ingrediënt verboden is in de EU heeft de brouwerij een tweede bier gebrouwen, ditmaal met op schapenstront gerookte ramstestikels.

Brouwer met walvisballen

Voorstanders van deze grensverleggende bieren verwijzen hier vaak naar de ‘creativiteit van de brouwer’. Het doet mij meer denken aan hoe er tegenwoordig afbeeldingen gemaakt worden met AI. Je bedenkt iets leuks of grappigs, laat het genereren en voilà, weer iets nieuws. Toch mist er bijna altijd iets; een natuurlijke vibe, noem het ‘ziel’.
Dat gevoel krijg ik bij bieren die met AI worden gemaakt. Additional Ingrediënts veranderen en verbreden misschien het bierlandschap, maar wordt het ook verrijkt? Is het blijvend, of leuk voor even? Voor mij schuilt creativiteit in bier in het bedenken van nieuwe stijlen en invalshoeken met dezelfde ingrediënten, of het herontdekken of herinterpreteren van oude stijlen.
Met water, zetmeel, hop en gist. (Oké, en zo af en toe een druif).

-- Adverteerders --

© 2017-2025 Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur