Saaier maar stabieler
1 mei 2021 - Henri Reuchlin.
Het kan geen toeval zijn. Precies een week nadat Pete Brown tijdens de Dutch Craft Beer Conference een presentatie gaf over de zin en onzin van de term ‘craft’, maakte Swinkels Family Brewers bekend dat het Brouwerij Uiltje uit Haarlem overneemt.
Het zet mij opnieuw aan het denken wat een craftbier of een craftbrouwerij eigenlijk is. Heeft ‘craft’ extra waarde en, zo ja, waarom? Je hoeft de sociale media maar te volgen om te weten dat een bepaalde groep consumenten wel degelijk waarde toe kent aan de term ‘craft’. De afkeurende reacties waren niet van de lucht. Maar degenen die begrip hebben voor deze stap in de groeistrategie van Uiltje Brewing Company lijken in de meerderheid.
Craft: an argument van de auteur Pete Brown.
Pete Brown zet in z’n boek Craft: an argument vijf punten op een rij die traditioneel geassocieerd worden met een craftbrouwerij:
- werkt op kleine schaal
- werkt met traditionele ingrediënten
- werkt volgens traditionele methoden
- werkt compromisloos
- vermarkt lokaal
Hij schiet die punten daarna allemaal lek. Kleine brouwerijen groeien, als gevolg van hun succes. In Amerika is de definitie van de Brewers Association al zo vaak opgerekt dat Swinkels Family Brewers daar nu simpelweg als craft brewer zou gelden. Dat succes maakt die lokale werkwijze ook zo lastig vast te houden. Ben je niet meer craft als je in Albert Heijn op de schappen staat, zelfs als het bier ongewijzigd is?
De vele saisons met bijzondere kruiden zijn levend bewijs dat craftbrouwers juist niet met traditionele ingrediënten werken en dat dit ze juist zo boeiend maakt. Het succes van pastry stouts en hazy IPA’s laat zien dat ook te term ‘natuurlijke’ ingrediënten lastig vol te houden is. Als brouwers volgens traditionele methoden werken, brouwen ze dan boven open vuur en roeren ze met de hand? En wat zou dat voor het milieu betekenen? Een hopgun is allesbehalve traditioneel, en juist die innovatie is wat craftbrewers zo boeiend maakt. En compromisloos werken, iedere brouwer weet dat dit onmogelijk is. Brouwen is één groot compromis.
Omdat de traditionele definitie van een craftbrouwerij niet werkt, is er een ander argument bij gekomen: onafhankelijkheid. Het is een verleidelijk simpel criterium. Vandaar ook de heftige emoties bij een overname van het Uiltje. Maar onafhankelijkheid zegt niets over kwaliteit. Sterker nog, samenwerking met een grotere brouwerij met veel technische kennis kan juist de kwaliteit van een brouwerij enorm doen stijgen.
Ik denk dat het echte kenmerk van een craftbrouwerij is, dat er geen managers maar ondernemers aan het stuur zitten. Managers hebben meer moeite buiten de gebaande paden te denken dan ondernemers. Ze proberen risico’s zo veel mogelijk uit te sluiten en hebben een voorliefde voor gebaande paden. Ieder plan moet eerst zoveel mogelijk uitgekauwd worden en bij voorkeur goedkeuring vooraf krijgen van een nog hogere manager. Geen schade oplopen, lijkt het devies. Dat maakt ondernemingen met managers aan het stuur ook stabiel en vaak voorspelbaar. Ondernemers volgen veel eerder hun hart, zijn bereid risico’s te nemen en het bestaande in de waagschaal te stellen voor iets beters.
Pete Brown noemt in z’n boek vier bouwstenen waarmee je craftbrouwerijen zou kunnen definiëren:
- Vakmanschap
- Creativiteit
- Authenticiteit
- Motivatie
Dat is een lijstje dat precies past op het profiel van een ondernemer. Een manager zou vervolgens vragen die vier aspecten meetbaar te maken.
Het enige probleem is dat het vrijwel onmogelijk is die ondernemersgeest levend te houden wanneer de onderneming groeit. Je hebt nu eenmaal procedures en afspraken nodig in een groter bedrijf. Niet voor niets zie je ondernemende brouwers als Robbert Uyleman (Uiltje), Jeroen Bax (Baxbier), Menno Olivier (De Molen) het zwaar krijgen als ze meer moeten managen en minder kunnen ondernemen. Bij hoeveel hectoliter of hoeveel werknemers dat gebeurt, dat is niet te zeggen. Als de managers binnen de grote ondernemingen (of het nu een brouwerij of private equity is) het lef en het vertrouwen hebben om de ondernemers hun gang te laten gaan, dan kan een overname succesvol zijn. Maar dat is wel veel gevraagd. Dat blijft aftasten, vallen en opstaan. Anders rest het credo: saaier maar stabieler. En zo ontstaat er vanzelf weer ruimte voor nieuwe ondernemers. Dat is het mooiste, als het bierlandschap blijft stromen als bier uit de tap.