De gele knoop
1 januari 2020 - Henri Reuchlin.
Het is januari en de campagne ik pas is van start. Het idee achter de campagne is om in de hele maand januari geen alcoholhoudende dranken te drinken. Op zichzelf is het geen gek idee om het wat rustiger aan te doen na de vreet- en zuipgekte die het land jaarlijks overspoelt in de maand december. In de vastentijd volgde vorig jaar een tweede episode van de campagne, nu na de drinkgekte van carnaval.
Wat de bedenkers van campagne waarschijnlijk niet weten is dat ze met de naam ‘ik pas’ een knipoog maken naar de anti-alcoholboodschap die de grote meesters van de ‘Gouden Eeuw’ ons in beeld brachten. Jan Steen, Pieter Hooch en zelfs Rembrandt van Rhijn schilderden meerdere malen aangeschoten boeren, burgers en buitenlui met een zogenaamd pasglas in hun hand. Dat pasglas is een zeventiende-eeuws bierglas waarmee je uitstekend drankspelletjes kunt spelen. Het glas is met cirkels verdeeld in zogenaamde passen. Vergelijk het een beetje met de streepjes op een maatbeker. Tijdens het spel wordt je uitgedaagd om een slok te nemen die zo groot is, dat het bier precies tot de volgende pas komt. Is je slok te groot of te klein, dan moet je nog een keer drinken, net zolang tot de vloeistof precies tot het streepje komt. Of totdat het glas leeg was natuurlijk. Dan begint het spel van voren af aan. Je kunt je voorstellen dat wanneer je eenmaal op het verkeerde spoor zit, dat het drinken van kwaad tot erger wordt. Vandaar dat het pasglas voor onze verre voorouders een symbool staat voor onmatigheid. Een dronkaard met een pasglas in z’n hand was dan ook een waarschuwing om niet te veel te drinken. Precies zoals de mensen achter de ‘ik pas’ campagne het voor ogen hebben. Overigens wordt het pasglas ook wel een Rembrandtglas genoemd. Niet omdat de schilder zoveel zoop maar omdat een van zijn werken, De Verloren Zoon in een herberg, op magistrale wijze zo’n glas uitbeeldt.

Man met pasglas op het schilderij De verloren zoon in een herberg van Rembrandt.
Hoewel de campagne goede bedoelingen heeft, zit er ook iets vreemds in. Het is zo zwart-wit: de ene maand helemaal niet drinken omdat je de vorige maand teveel zoop. Dat terwijl bier juist met mate gedronken zo’n mooie drank kan zijn. Is ‘ik pas’ met z’n aan/uit benadering een oproep om juist niet op te passen buiten de campagne om? Ik hoop het niet. Of is het de bedoeling om ‘ik pas’ steeds wat verder op te rekken om te bereiken wat de Nederlandsche Christelijke Geheelonthouders Vereniging, de Gereformeerde Vereniging voor Drankbestrijding, de Algemene Nederlandse Geheelonthoudersbond en de Nederlandse Vereniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken honderd jaar geleden niet lukte: de drooglegging van Nederland? Dat hoop ik ook niet.
Helemaal gerust ben ik er niet op. Onlangs kwam ik op de overheidswebsite alcoholexamen.nl. De naam is heel neutraal, zo ook de inleiding: “Hoe staat het met jouw kennis over alcohol? Test jezelf met deze 10 vragen.” Maar al heel snel blijkt dat het alcoholexamen alleen maar gaat over neutrale tot negatieve aspecten van alcoholconsumptie. De tien vragen gaan over alcoholverslaving, borstvoeding, alcoholopname in het bloed en afbraak ervan, onrustig slapen, drinken op je 16e (verboden, maar in deze overheidstest wordt de mogelijkheid toch genoemd). Geen enkele vraag heeft betrekking op de positieve aspecten van het drinken van een glas bier, wijn of gedistilleerd op z’n tijd. De hele quiz ademt een vooringenomenheid dat ieder glas alcoholhoudende drank per definitie slecht is. Langzaam moeten de geesten rijp gemaakt worden voor de preventie van alcohol, een verregaand verbod dat als vanzelf z’n tegenbeeld oproept: onmatig zuipen. Ik begrijp dat de boodschap ‘een beetje’ een stuk lastiger te verkopen is dan ‘helemaal niet’, maar als je de bierdrinker simpel gaat behandelen, gaat ze zich ook als simpel gedragen. Het restrictieve alcoholbeleid in Engeland of Scandinavië heeft niet geleid tot een gezondere bevolking en de drooglegging van de VS een eeuw geleden bracht machtige instituten als de maffia voort.
Actieve geheelonthouders droegen honderd jaar geleden een blauwe knoop. Laten wij voor een gele knoop gaan: “geniet en drink verstandig”.