Een genuanceerd verhaal?
1 oktober 2019 - Henri Reuchlin.
Deze dagen viert het Kennisinstituut Bier haar tiende verjaardag. Het instituut is opgericht door brouwers om aandacht te vragen voor de gezondheidseffecten van verantwoorde alcoholconsumptie. Hoewel de brouwers aan de wieg van de organisatie staan, werkt het wel wetenschappelijk onafhankelijk en op afstand van z’n financiers. Anders heeft zo’n instituut weinig waarde.
Er bestaat maatschappelijk weinig aandacht voor verantwoorde alcoholconsumptie. Dat wil zeggen, we drinken graag regelmatig een mooi glas bier, maar denken er verder niet over na. In het publieke debat gaat de aandacht vooral uit naar de effecten van overmatige alcoholconsumptie. Logisch, want de problemen die daar mee samen hangen verdienen de aandacht. Iets wat geen probleem is - zoals een biertje op z’n tijd - springt veel minder in het oog. Dat zou niet zo erg zijn, ware het niet dat er mensen zijn die uit overtuiging dit aandachtsvacuüm aangrijpen om alcohol zo veel mogelijk uit de samenleving te verbannen.
Daarom is het belangrijk ook te onderzoeken wat een goed glas bier op z’n tijd met de gezondheid doet. De samenleving betaalt zulk onderzoek niet uit publieke fondsen, want het geld is nodig voor het onderzoeken van problemen. Daarmee blijft er één belangengroep over om onderzoek naar verantwoorde alcoholconsumptie te financieren en dat zijn de producenten zelf. Dat onderzoek moet wel onafhankelijk zijn, anders heeft het geen waarde, zoals al eerder gezegd.
Daarmee ontstaat er direct een Catch 22 situatie. Want omdat brouwers dit onderzoek ondersteunen, suggereren tegenstanders dat het nooit onafhankelijk kan zijn. Waarop deze suggestie rust, wordt overigens zelden onderbouwd. Maar aantrekkelijk is de suggestie wel.
Kortom, er is geen publiek geld beschikbaar en geld uit de branche wordt besmet verklaard. Resultaat: onderzoek naar verantwoorde consumptie heeft het zwaar. Gelukkig trekken de brouwers zich daar niets van aan en gaan moedig voort.
Onlangs presenteerden verschillende wetenschappers tijdens het Beer and Healthsymposium in Brussel de resultaten van hun onderzoek. Zo stond de Britse wetenschapper dr. Thomas Turnell-Read stil bij het belang van het café om de toenemende eenzaamheid tegen te gaan. Vaak ontstaan bij een goed glas bier de mooiste gesprekken. Hij noemt het café wel de derde dimensie, een schemerzone tussen thuis en werk. Het grappige is dat bioloog en schrijver Midas Dekkers in zijn boek ‘Volledige Vergunning’ eenzelfde observatie deed. Beiden zijn ervan overtuigd dat zo’n derde dimensie een belangrijk aspect is om de samenleving gezond te houden. En zo’n derde dimensie laat zich prima smeren met een goed glas bier.
Natuurlijk is er ook veel aandacht voor alcoholvrij bier. Professor Alexander Jäger uit Oostenrijk, zelf een fervent hardloper, doet onderzoek naar vochtopname na duursportinspanningen. Alcoholvrij bier heeft daarvoor veel betere eigenschappen dan de meeste sportdranken. Eigenlijk zou het nog mooier zijn als je wat mineralen aan het bier zou toevoegen, voor een optimale balans. Er zijn zelfs mineralen die daarbij geen afbreuk doen aan de smaak van het bier. Dr Henk Hendriks uit Nederland besprak de relatie tussen alcohol en kanker. De kans op het krijgen van bepaalde kankers stijgt, zelfs bij matige alcoholconsumptie. Maar het effect is een heel stuk kleiner dan bij roken of het hebben van overgewicht en andere voedingsgewoontes. Bovendien staat kanker niet op zich zelf, op hart en bloedvaten heeft matige alcoholconsumptie soms een positief effect. Die nuance gaat nogal eens verloren in het publieke debat.
Dr Alex Berezov uit de VS bracht misschien wel het belangrijkste onderwerp ter sprake: hoe komen de resultaten van onderzoek in de publiciteit? Het blijkt dat er een giftige cocktail bestaat, die ervoor zorgt dat onderwerpen zo spectaculair mogelijk naar voren gebracht worden. Een artikel moet lezers trekken en spectaculair nieuws verkoopt, zeker als je er angstgevoelens mee aanwakkert. Geen lezers betekent geen geld. Dat geldt voor journalisten net zo sterk als voor wetenschappers. Daarom geldt het adagium: CHOCOLADELETTERS graag. Het giftige van de cocktail is dat de effecten elkaar versterken. Wetenschappers zoeken een ongenuanceerde, pakkende, kop, die door journalisten vervolgens nog eens spectaculairder gemaakt wordt. Daarbij gaat alle nuance verloren. En dat is jammer, want de werkelijkheid is saai. Zoals de Middeleeuwse arts Paracelsus al schreef: ‘alles is een gif, het gaat alleen om de dosis.’ Met mate is goed eten en drinken is goed, excessen zijn dat niet. Maar ja, dat weten we al vijfhonderd jaar en is geen nieuws meer. Daar trek je geen lezers mee. Daarom: PANIEK! DE BIERCULTUUR IS IN GROOT GEVAAR. Het gevaar heet gebrek aan nuance.