Make Europe great again
1 september 2019 - Marco Daane.
Het was groot biernieuws; Facebook ontplofte bijna: Bud komt hier op de markt! Bud? Ja Bud, de Amerikaanse superster van AB InBev. Die eigenlijk Budweiser had moeten heten, maar over het gebruik van die naam bestaat al jaren een kwestie. Iets met historie en origine en rechten, het soort zaken waar Amerikanen zich doorgaans weinig van aantrekken omdat alles nu eenmaal te koop is. Iemand nog een tip voor een lekker Groenlands bier trouwens?
Goed, Bud dus. Die komt naar Nederland, of is er misschien al wel. (Hij staat niet op mijn netvlies, omdat-ie naar niets smaakt, dus het kan goed zijn dat hij in de supermarkt aan me is voorbijgegaan.) En als gezegd maakte dat de tongen los. Eén geprezen commentaar kwam niet uit de bierwereld, maar van een Volkskrant-columnist. Strekking: daar heb je weer zoiets Amerikaans waar wij niets mee of aan hebben, dat ons opgedrongen wordt en waar we vervolgens toch allemaal achteraan hollen omdat het Amerikaans is. Het genre Halloween, Black Friday en Starbucks, lang geleden al voorafgegaan door hamburgers en basketbalpetjes. De column eindigde met de slogan ‘eigen bier eerst’, waarvan de ironie niet iedereen beviel.
Nu ben ik het met deze strekking eens. Wij hebben geen onzin nodig en Europa heeft veel betere gebruiken en producten. Én echte geschiedenis. Ik vind het ook zinvol om vanuit deze optiek eens te kijken naar het bier van nu. We kunnen wel met zijn allen losgaan op AB InBev en Bud, maar hoe zit dat met het ‘betere bier’? Aan het begin van deze eeuw kwam daar een Amerikaanse invasie van op gang. Met verregaande gevolgen.
Voor ik verder ga: ik weet natuurlijk dat de Amerikanen de ingeslapen bierwereld veel goeds hebben gebracht. Ze hebben oorspronkelijk Europees bier als inspiratiebron gebruikt en met creativiteit gecombineerd. Dat heeft zich als een olievlek over Europa (en verder) verspreid. In Spanje, Griekenland, Nederland, et cetera is inmiddels ook een biercultuur ontstaan.
OK. Maar wat zijn de gevolgen ervan binnen de oorspronkelijke Europese biercultuur?
Eind april bezocht ik het Zythos Bier Festival in Leuven; een grote, maar desondanks gemoedelijke santenkraam van Belgisch bier. Brouwers staan er zelf in de stands en kouten met drinkers is er ongeveer de norm. Zo was ik er getuige van dat iemand met een onmiskenbaar zuidelijk accent zich aan zo’n stand meldde: ‘Right. Can we talk about your sours and barrel ageds please?’
Geen vreemd onderwerp, maar opmerkelijk was wel dat hij hierover aanklopte bij een lokaal brouwproject met een heel andere missie: verdwenen bruine bieren, die vroeger dagelijkse Vlaamse kost waren, opnieuw tot leven wekken. Dat gezegd hebbende, de initiatiefnemers stonden op het ZBF ook met twee sours, waarvan één barrel aged. Je moet immers met je tijd meegaan? Vandaar die Amerikaan. In hun historische bruine bieren was hij (ten onrechte, maar dat is een ander verhaal) overigens niet geïnteresseerd.
Dat was in België, maar in de andere moedernaties van het bierbrouwen is de Amerikaanse invloed even voelbaar. Bierkenners gingen naar Berlijn om er nota bene... bier van Stone te drinken, en reageerden teleurgesteld toen die Tap Room dichtging. Op Ratebeer scoort het moderne Tap House in München het hoogst voor Beieren, ver boven de traditionele brouwerijen. Uit de Britse handpompen vloeit steeds meer cask ale dat is gebrouwen met de Amerikaanse hopsoorten die de bierwereld hebben veroverd. Veel Britse brouwers komen ook met ‘American’ pale ales; in het land dus waar die iconische biersoort is uitgevonden.
De bierwereld was immers ingeslapen? En Amerika, dat is toch het Beloofde Land? Dus zijn we overal gaan drinken en brouwen zoals daar.
Maar die Europese oer-biernaties: hoe ingeslapen waren díe eigenlijk? Ik heb er vanaf de jaren tachtig rondgedronken en daar nooit iets van gemerkt. België had altijd al gerstewijnen van trappistenbrouwerijen, geuzes en krieken uit Pajottenland en fascinerende houtgerijpte bruine bieren. In Beieren kon je naar hartenlust jagen op märzens, kellers, bocken, rauch en ungespundete. En Groot-Brittannië had volop cask conditioned milds, bitters en pales, zowel van landelijke als van regionale brouwerijen. Natuurlijk verdwenen daar ook bieren, kreeg Leffe de overhand, kwamen er ‘foute’ bij. En je moest er soms moeite doen voor de ‘goede’ (vooral reizen). Maar nogmaals: dat idee dat de biercultuur ook daar ingeslapen was, hoe reëel is dat? Ik heb allerminst gedroomd dat ik dat daar allemaal dronk.
Maar, zoals mijn gewaardeerde medeblogger Rick Kempen hier al eerder aanstipte: ik behoor tot de Oude Mannen. En de hedendaagse Europese generaties zijn juist gevallen voor heftige Amerikaanse smaakoperaties: dubbel drooggehopte IPA’s met citra, amarillo, simcoe enz., vanille- of koffiestouts en op drankvaten gelegde barley wines. Die Amerikaanse adaptaties van oude biersoorten hebben de diversiteit op biergebied fors uitgebreid en onze smaak sterk beïnvloed.
Maar die dominantie heeft ook andere gevolgen. Zo hebben de Amerikanen het discutabele begrip craftbeer naar Europa gebracht (terwijl wij al overhoop lagen met ons nietszeggende speciaalbier). En curieuze nieuwe biertypen voor ons bedacht. ‘Belgian IPA’ bijvoorbeeld, terwijl onze zuiderburen tot voor enkele jaren amper van iepaa hadden gehoord. Het heeft van doen met de gebruikte gist. Alles kan tegenwoordig immers? De Amerikanen vinden dat great en awesome, en Europa volgt. Je moet toch met je tijd meegaan?
Onlangs werd dit me te gortig. De yanks komen ook aan het lastig te duiden begrip identiteit. Waar we zelf bijstaan.
In een biermagazine zag ik onlangs brouwerij Boon adverteren: haar ‘Belgian-style sour ales’ hadden prijzen gewonnen bij de World Beer Cup.
Wadde? Belgian-style sour ales?? Zijn ze van de pot gerukt bij die World Beer Cup, ‘brought to you by the Brewers Association’? Boon maakt helemaal geen sour ales, maar lambiekbieren. Die hebben een ander brouwprocedé, een lambiek is strikt genomen zelfs niet eens een ‘ale’.
Maar vooral: dat het een of ander zich goddelijk voelend genootschap heeft behaagd Boon c.s. met haar bieren te laten meedingen als ‘Belgian-style’ sour ales, is quatsch, absurd, een gotspe. Alsof het hier om een of andere Belgische variant gaat. De Amerikanen lijken te denken dat ze het ‘periodiek systeem’ van de bierwereld inmiddels in pacht hebben. Maar wie kwam er het eerst met zulke bieren? En wie heeft ze gecultiveerd? Nou dan. Die zijn dus de standaard. En blieven geen andere Amerikaanse naam. Blijf dus met je poten van onze Europese bieridentiteit af, en nee, ook Pajottenland is niet te koop.
Europese brouwers zijn hier overigens zelf medeschuldig aan door achter de Amerikanen aan te lopen. Waarom doet Boon aan zulke onzin mee? Boon zou moeten eisen dat de soortnaam lambiek gewoon wordt gebruikt. En brouwers zouden hun menukeuzes eens kritisch moeten bekijken. Op het Zythosfestival struikelde je over de in België gebrouwen IPA’s en IRS’en. En dat in een land dat zelf stevige blonde en zware donkere bieren heeft uitgevonden. De Belgen zouden beter de kwaliteit van die eigen biertraditie vooropstellen, in plaats van de Amerikanen na te apen met weer een IPA. Wat voegt dat toe? Er bestaan meer dan genoeg goede IPA’s. Wees je liever bewust van je eigen kwaliteiten, tradities en identiteit. Noem het terroir, of eigenheid. En doe vervolgens aan monumentenzorg, in plaats van wolkenkrabbers te bouwen.
Kijk wat dat kan opleveren met bijvoorbeeld de geweldige saisons van Blaugies. Of in Berlijn met de oorspronkelijke Berliner weisse van Schneeule. Ook in Nederland, dat niet eens zo’n eigen biertraditie meer heeft, maken brouwers zulke keuzes. Zo brouwt de Gooische Bierbrouwerij met typische granen uit de regio. Nevel uit Nijmegen werkt met lokale granen, vruchten en kruiden. En van de Amsterdamse brouwerij met de uitstekende Nederlandse naam Butcher’s Tears komen schitterende adaptaties van historische saisons, porters en pale ales.
Dat kan ook met Amerikaanse elementen, zoals de gebruikte hoppen – waarom niet? Maar het beschermt vooral de diversiteit. En doe je het goed, dan onderscheid je jezelf ermee.
Eigen bier eerst? Nou, kwaliteitsbier eerst, graag. Maar Europese kwaliteiten zijn wel onmisbaar.