Een glas bier zonder beleving, graag
1 juni 2019 - Marco Daane.
Hebt u wel eens 'Beleving' gedronken? Tuurlijk niet. Er bestaat geen drank die zo heet. 'Beleving' zit ook niet in een drank. Het is wat iemand kan ervaren bij het drinken ervan. Dat is voor iedereen uiteraard iets anders. Betrokkenen bij de bierwereld die met ‘beleving’ bezig zijn, weten niettemin dat er belangrijke algemene voorwaarden voor bestaan. Omgeving. Gezelschap. Bijpassend eten. Herkenbaarheid. Authenticiteit. Sfeer. Hebt u in de gaten dat geen van deze zaken met bier zélf van doen heeft? Hmm. Lees toch maar even verder.
De hiervoor genoemde factoren krijgen ruime aandacht van iedereen die beleving belangrijk vindt. Het glossy magazine Bier! publiceert graag stemmige, positief getoonzette reisreportages en impressies met aanstekelijke foto’s. De website en facebookpagina Biercuisine stuurt met grote regelmaat nieuwtjes rond over wat men bij bier kan of wil eten of knabbelen.
Ook de handel weet van beleven. Het instituut Bierhuis te Breda tooit zich sinds kort zelfs met de subnaam “Bier & Beleving”. Importeur/exporteur Bier & Co maakt filmpjes waarin een afgevaardigde enkele bieren uit het portfolio op aantrekkelijke locaties koppelt aan landen, oorden, evenementen of extravagante kalenderdagen. En organisatoren van bierfestivals menen dat ‘het’ niet kan zonder barbecues, plaatjesdraaiers en foodtrucks. Voor een louter en alleen op bier beluste bezoeker kan zo’n evenement nog een hele uitdaging zijn.
Maar laat ik u niet lastigvallen met persoonlijke preoccupaties. Die doen hier ook niet ter zake. Ik wilde het hebben over andere kanten van dat begrip ‘beleving’. Keerzijdes.
In een der afgelopen weken verscheen ineens het bericht dat het in kleine kring legendarische witbier Witte Raaf weer was gebrouwen. Voor de jonkies onder ons: dat was een schepping uit de jaren tachtig van brouwpionier Herm Hegger. Witte Raaf werd zo succesvol, dat Hegger zijn brouwerij De Raaf in Heumen wegens volumeproblemen besloot te verkopen aan (destijds) Interbrew. Naderhand sloot Interbrew deze echter om zogeheten bedrijfseconomische redenen. Nog later werd ook het bier zelf uitgewist. (‘Misleid uw rivalen, en dood hen.’) Hegger begon opnieuw, met De Hemel in Nijmegen, en zwoer nooit meer groter te zullen worden dan nodig was.
Maar ziet: zijn gedode Witte Raaf is uit het graf opgevlogen. Ook nu zit daar Interbrew achter, althans diens erfopvolger AB InBev. Het witbier is zelfs wederom uit Gelderse brouwketels gekomen. Bij een der brouwerijen van AB InBev kan iemand het namelijk goed vinden met iemand van de Bronckhorster Brewing Company, et voilà. In de Week van het Nederlandse Bier is de vogel losgelaten, met gepaste (sociale) media-aandacht. Minder en uiteraard kritiekloos ging het daarbij over het feit dat dit slechts een eenmalige terugkeer is. Daarna wordt ook deze raaf gekeeld.
Ik weet niet hoe het met u is, maar ik heb helemaal niets met zulke fratsen. Lollig, laten we een verbannen bier weer eens brouwen, we hebben het recept nog. Maar zo’n lolletje voegt niets toe aan de biercultuur. Er hangt ook een onwelriekende geur rond van misbruik van andermans schepping (die je er niet mee terugkrijgt). En het lijkt op slinkse wijze ander licht te werpen op het duistere verleden, toen die raaf de dood in werd gejaagd. Het pokdalige aangezicht van de daarvoor verantwoordelijke multinational oogt door zo’n actie ineens een stuk vriendelijker. Goh, net een kleine brouwer. Ik zeg overigens niet dat de initiatiefnemers dit hebben nagestreefd, maar ze hebben zich blijkbaar evenmin afgevraagd of hun Arcens-Bronckhorster lolletje implicaties zou kunnen hebben.
Denkt u dat ik paranoide ben door dat geintje in deze context te plaatsen? Welterusten dan, want het staat niet op zichzelf. In Engeland heeft AB InBev iets vergelijkbaars uitgehaald met Bass Pale Ale. Daar werd een bier met de vermaarde rode driehoek op het etiket op de markt gebracht, dat een revival van het verwaarloosde historische Bass moest voorstellen. Het werd met gepaste minachting voor geschiedschrijving gelanceerd als het herleefde ‘world’s first pale ale’ (Bass is pas in 1777 ontstaan). En op het nieuwe etiket bleek ook nog eens de bizarre toevoeging ‘Imported Pale Ale’ te staan. Bierbeschouwers braken zich daarover het hoofd, omdat Bass vroeger natuurlijk nooit werd geïmporteerd; en nu ook niet. De omgekeerde IPA wordt evenmin gebrouwen in de door het mineraalrijke water bepalende ‘geboorteplaats’ van Bass, Burton-upon-Trent. Hij komt uit Lancashire. Dit gesjacher en gesjees met een iconisch biermerk door ABI wekte afkeer en rumoer.
Niet alleen heeft de biercultuur hier geen zier aan, het gaat ook om nepvertoon. De moordenaar doet alsof zijn slachtoffer uit het graf is opgestaan, en ook nog eens door zijn eigen heldhaftige toedoen. ‘Don’t f**k with history,’ word ik dan link. Ook niet, nee juíst niet om redenen van beleving. Want dat gebeurt hier natuurlijk. Er wordt ons beleving door de strot geduwd die de handelaren uitstekend uitkomt. ‘Kijk eens hoe relevant en crafty ik ook ben,’ kraait de moordenaar.
Dan was er de uitvoerige kennismaking met de beleving van Gebrouwen door Vrouwen. Die kwam tot ons via de onlangs gestarte podcast Lullen over bier, een initiatief van gerenommeerde Utrechtse brouwers. Met een der brouwvrouwen werd een interessant gesprek gevoerd over de identiteit van hun bieren en vooral bedrijf. ‘Gebrouwen door Vrouwen’ staat namelijk ergens voor. Een hip en vlot concept met frisse, vaak wat zoetige en niet te moeilijke bieren met geinige namen. Een BloesemBlond. Een Tricky Tripel. En een Gin Weizen. Kortom, beleving tot en met. Die Gin Weizen bijvoorbeeld lijkt bedoeld als een bierig alternatief voor een gin & tonic, maar dat niet alleen. De brouwvrouwen willen met die naam ook nog eens uitdrukken dat er ginkruiden aan dit bier zijn toegevoegd en dat het daarom “geen weizen” mag heten. Vat u ’m? Gin = geen? Inderdaad: het is een woordspeling!
Gin manieren en gin taalbeheersing, merkt u vervolgens wellicht op. Maar dit is maar een stukje van het verhaal over het Wort van de Wijven (want ze moeten niet denken dat zij de enigen zijn die een potje kunnen allitereren). Dat verhaal besprak een alhier ook bloggende collega onlangs. Zijn zeer lezenswaardige betoog over Gebrouwen door Vrouwen bevat enkele treffende vaststellingen inzake de beleving die zij creëren. In de bierwereld wekt GdV daarmee weerstand en weerzin onder hardcore biergekken; er bestaan zelfs ‘haters’. Die vinden dat zij het product (we hebben het namelijk nog steeds over bier) te luchtig en onvoldoende serieus benaderen. Met hun kekke namen, eigen bar (vooral geen brouwerij) en typische bestand van ‘signature beers’ weten ze echter ook een grote groep aan te spreken. Jonge mensen die dol zijn op kekke namen, eigentijdse drankjes en gezellig borrelen in de stadsoases van de hedendaagse middenklasse.
En toen waren daar de laatste zinnen van de analyse van mijn vakbroeder met het toetsenbord. ‘[...] zeer waarschijnlijk bestaat Gebrouwen door Vrouwen nog als de nakende kaalslag onder kleine en onafhankelijke brouwers tientallen, zo niet honderden, slachtoffers heeft gemaakt. [...] wie het laatst lacht, lacht doorgaans het best.’
Die nakende kaalslag, daar moet hij het een volgende keer eens over hebben; maar nu wil ik volstaan met de vaststelling dat dit geen fijne lectuur was. Die schetst een schrikbeeld voor de biercultuur van de toekomst: wie zijn niet-bierige zaken het best voor elkaar heeft, zal de slag overleven. Marketing en beleving zullen winnen, eerder en meer dan kwaliteit. Omdat ik me wel eens met het bierverleden heb beziggehouden, is dit scenario voor mij herkenbaar (iets met de geschiedenis en zich herhalen). We kunnen al gaan berekenen wat wel en wat niet zal overblijven après le déluge. En nee, dat is niet om goed, beter of best over te lachen.
Al met al heb ik mijn buik nogal vol van het glibberige fenomeen ‘beleving’. Ik zit niet te wachten op een biercultuur waarin glijmiddelen de overhand krijgen. Wat mij betreft moet het eerst maar eens een tijd alleen over bier zelf gaan. Goed bier, kwaliteitsbier, oprecht bier. Bierland Nederland: let op uw saeck.