De spagaat van bierpioniers
1 mei 2019 - Rick Kempen.
Een van de geinige bijkomstigheden van het schrijven van een blogje is dat er veel lezers zijn die ongevraagd onderwerpen aandragen. “Waarom schrijf je daar niet eens over”, doorgaans vergezeld van een dikke knipoog. Nog geiniger is dat de beheerder van deze mooie site zich op dit vlak ook niet onbetuigd laat - wel blijft de dikke knipoog achterwege want een en ander gaat per e-mail. Enfin: een gesuggereerd onderwerp was ‘Waarom de Alliantie van Biertapperijen (ABT) super blijft, maar krimpt in plaats van groeit’. Ik kan niet ontkennen dat dit een prikkelend onderwerp is. Wel dient het breder getrokken te worden: eenzelfde vraag kan gesteld worden over PINT, diverse bierfestivals en Neerlands bier trots - om over politieke partijen, de Publieke Omroep en de kwaliteit van het onderwijs te zwijgen, maar die hebben vast eigen websites. Kortom: de spagaat van de pioniers van Nederland Bierland!
Pilswoestijn
Ja, de bierliefhebber van 2019 mag zich gelukkig prijzen: honderden brouwerijen in Nederland en duizenden daarbuiten die overwegend goed binnen te houden bier produceren. Vrijwel geen café meer zonder een uitgekiend bierassortiment en de supermarkt heeft bier van diverse signatuur omarmt. In de tijd dat de moeders en vaders van veel van de bierliefhebbers van nu (om over ‘craft brewers’ maar te zwijgen) nog niet eens aan hun kinderen dàchten was dat wel anders. De Oude Mannen die de blogjes voor deze onvolprezen website tikken, alsmede de beheerder(s), hebben evenwel andere tijden gekend: de tijd van de pilswoestijn. Variatie betrof merken, geen smaak, geur of kleur - behalve als we aan het begin van de herfst he-le-maal losgingen op bockbier (dat je toen nog gewoon zonder ‘c’ schreef).
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw (ja, zo oud ben ik - bouwjaar 1969, en daarmee de jongste van de Oude Mannen) veranderde dat, onder invloed van bier pioniers. Mensen als Herm Hegger, Toon van den Reek en Kaspar Peterson begonnen bier met een andere kleur en smaak te brouwen (de hop revolutie, hoofdverantwoordelijke voor de aromatische bier component, moest nog uitbreken) en een enkele caféuitbater (Piet de Jongh bijvoorbeeld, van De Beyerd in Breda), winkelier (neem Jos van Niele, De Bierkoning) of hemelbestormende kraker (Ewald Arts, van Bier&cO) stortte zich op de verkoop en/ of distributie van wat we toen ‘speciaalbier’ noemden. Punt is: een kleine groep mensen wilde ‘ander’ bier, en het leidde onder andere tot Het Bokbierfestival, de Alliantie van Biertapperijen en de consumentenvereniging PINT. Deze pioniers mogen wij dankbaar zijn voor de ingezette verandering die tot variatie leidde en die wij heden als vanzelfsprekend ervaren.
Relevantie
De Alliantie van Biertapperijen is een vereniging caféuitbaters die een passie voor bier delen en dit product centraal stellen in hun ondernemingen. Allen zelfstandig ondernemer, bedrijven zij gedeelde marketing, onder andere via hun ‘Bier van de maand’ programma. De ABT is een relevante factor geweest in de verandering van het Nederlands bier landschap - maar is zij dat nog steeds? Talloze cafés hebben inmiddels een vergelijkbaar bieraanbod, soms zelfs een spannender en gevarieerder aanbod dan menig ABT-lid, en wie de lijst van de recentste ‘bieren van de maand’ bekijkt kan zich niet aan de indruk onttrekken dat er redelijk ‘op veilig’ wordt gespeeld. Dat laatste is begrijpelijk, want een ABT-lid in pak ‘m beet Amsterdam heeft een ander clienteel dan een ABT-lid in Arcen. Maar heeft een gemiddeld ABT-lid een dusdanig andere uitstraling dan cafés die zich met bier profileren, maar geen ABT lid zijn? Ik vrees dat de vraag stellen, hem beantwoorden is.
De consumentenvereniging PINT - ik verwijs u gemakshalve naar een andere Oude Man, die hier twee maanden geleden een puik blog aan wijdde, getiteld ‘Half a PINT’. U vindt het hier. Sic transit, en QED, voor de classici onder u.
Dat bokbier waar ik eerder over sprak stond centraal in wat ooit het grootste en meest indrukwekkende bierfestival van Nederland was. Het festival is ter ziele, en het was geen pijnloze dood - maar geen tweet of Insta werd er gelaten om de betreurde overledene te bewenen, of zich over ‘het verlies van’ te beklagen. En waar ooit de grote Nederlandse brouwers over elkaar heen buitelden met kekke reclame’s tjokvol geitenbokken, herfstbladeren en handenwrijvende, dikbuikige en besnorde Gewone Mannen is het marketingtechnisch tegenwoordig ietwat Siberisch: alleen de supermarkten roeren zich erover, met een pilswoestijnachtige eenvormigheid overigens, want het is louter ‘6 halen, vijf betalen’ wat de klok slaat. U mag het merk zelf invullen.
De vraag dringt zich op of de bierpioniers nog wel relevant zijn - voor de Nederlandse biercultuur, de Nederlandse bierliefhebber en de Nederlandse brouwers van 2019. Ik vrees wederom dat de vraag stellen, hem beantwoorden is.
Toegevoegde waarde
Niets ten nadele van de bebaarde kladblokken, de in houthakkerhemdsmouwen gestoken post-millennials (ook wel ‘linksters’ genoemd) met of zonder borsten (lees dit desnoods nog eens twee keer over), maar zij worden weinig geïnspireerd door de pioniers van weleer. Met enig cynisme kun je stellen dat ABT, bockbier en PINT voor hen even relevant zijn als een telefoon met draaischijf, ananas uit blik en Bravilor-koffie. Niet dat zij geen bockbier drinken, geen zich met bier profilerende horecabedrijven bezoeken of zich niet verenigen als bierconsument - maar zij doen dat elders en anders. Op Facebook (Beer Geeks), in willekeurig welk café dan ook en op een veelheid aan festivals. Daar vinden zij blijkbaar meer toegevoegde waarde dan bij De Klassiekers.
Is dit erg? Welnee! Cultuur is niet in beton gegoten maar aan verandering onderhevig en altijd het spiegelbeeld van de tijdsgeest - net als bierstijlen, zo u wilt. En ja, ‘Ouwe lullen moeten weg’, zo is het altijd geweest en zo zal het altijd gaan. Daarbij is een en ander cyclisch - wees dus niet verbaasd als u drie min of meer dikbuikige Oude Mannen bijeen ziet zitten met een gewoon bockbier of een Belgische tripel terwijl een vierde Oude Man zich handenwrijvend naar de tafel toe beweegt, verwachtingsvol de gladgeschoren kin wrijvend. “What is dead may never die”, zeg maar. Zoals de Nederlandse brouwers zichzelf hebben heruitgevonden zal dat ook gebeuren bij de ABT en PINT, en ik wed erop dat klassiek bockbier over tien jaar weer de gewoonste zaak van de wereld is, inclusief kekke commercials. Punt is: relevantie en toegevoegde waarde zijn van alle tijden, tattoo’s en houthakkershemden ook.