Half a PINT
1 maart 2019 - Marco Daane.
In 1980 was de Vereniging Promotie en Informatie Traditioneel Bier het eerste georganiseerde niet-commerciële initiatief dat zich onze biercultuur aantrok. Die was er toen niet eens. Nederlands bier was voor 97 procent pilsener, in het najaar waren er tijdelijk bockbieren en er was nog een handvol dortmunders. Soms liep je tegen een fles Van Vollenhoven Stout aan en wie de weg wist kon de tripel van de monniken van La Trappe, bij Tilburg, proeven. Gelukkig waren er in een aantal grote steden biercafés waar allerlei nectars uit België waren te krijgen, en soms ook uit Groot-Brittannië of Duitsland.
Een vereniging voor de Nederlandse biercultuur had dus eigenlijk weinig grond onder de voeten. PINT‘s eerste ‘festival’ telde een stuk of twaalf bokken. Hoezo ‘from scratch’ beginnen... Het andere wapenfeit was een mottig ogend blaadje, PINT Nieuws. Dat ‘mottig’ is hier niet denigrerend bedoeld. Het gaat er bij zoiets om dát je begint, niet hóe.
Fast forward naar 2019. De teller op deze website staat op 663 brouwerijen. Elk weekend is er ergens wel een bierfestival, en zo niet, dan is dat omdat er meer dan één is. In mei vieren we jaarlijks de Week van het Nederlandse Bier, met een meerdaags proeffestival, activiteiten overal in het land en brouwerijbezoeken. Er zijn twee serieuze boeken verschenen over de Nederlandse biergeschiedenis. De Facebookgroep Beer Geeks schijnt 10.000 leden te hebben. Online struikel je ook over de bierblogs. Nederland telt zo’n 180 gediplomeerde biersommeliers, and counting. Elk jaar vindt er een groeiende Dutch Beer Challenge plaats waar alleen Nederlandse bieren worden gekeurd. En er zijn meer biercafés geen lid van de Alliantie van Biertapperijen dan wel. En garde, biercultuur!
Je zou verwachten dat in deze omstandigheden PINT ook floreert. Dat het, zoals CAMRA in Groot-Brittannië, een gezaghebbende (en soms bekritiseerde) bierconsumentenorganisatie is geworden met sterke, actieve afdelingen, een mening over alles en een doortastend media-apparaat. Kortom, een belangrijke speler op de biermarkt.
Ik moet constateren dat de werkelijkheid anders is. PINT heeft ongeveer 4500 leden, die heel moeilijk tot werk voor de organisatie te bewegen zijn. Nederlandse bierliefhebbers drinken en proeven liever, dan dat ze iets voor de biercultuur doen. Kennelijk denken zij dat daar anderen voor zijn. En die zijn er, bij al die festivals, blogs en bedrijven, bij Birdy Publishing, Schuim, het Bierburo, verkopers, STIBON, Erfgoed Nederlandse Biercultuur en CRAFT. Zij zetten ook de toon. De Facebookpagina van PINT brengt alleen oud nieuws en andere overbodigheden. De website is maar niet aan de praat te krijgen. Van de bierfestivals zijn drie ooit roemruchte weggevallen. En speelt PINT eigenlijk wel een rol van betekenis in de ‘bierrevolutie’?
De organisatie zou zich na al die jaren van droogte bovenop zo’n revolutie moeten hebben gestort. Zich er volop mee moeten bemoeien. Als zelfverklaarde vertegenwoordiger-van-consumenten een eigen belangrijke positie moeten bekleden. Maar waar is en was PINT werkelijk als het ertoe deed of doet? Drie voorbeelden.
Ten eerste: het introductiemoment van bockbier. Dat is al diverse keren heen en weer geslingerd. PINT stelde ooit een vast tijdstip voor, maar zonder resultaat. Daar legde de organisatie zich toen bij neer. Het optreden oogde flets. Tegenwoordig is er een soort bockbierintroductie op de Nationale Bockbierdag in Zutphen; verder doen brouwerijen en handel hun eigen ding. PINT is er niet in geslaagd een vuist te maken en andere partijen te bewegen of aan zich te binden. Ik hoor hierover ook niets meer.
Tweedens: de kwaliteitslabels voor de horeca. Op pint.nl staat te lezen: ‘Als we PINT meer op de kaart willen zetten is het invoeren van een kwaliteitslabel een mooi middel.’ Oh? Is een kwaliteitslabel dan niet bedoeld om de kwaliteit te dienen? Ook de uitvoering van dit op zich loflijke streven schiet tekort. Vooral door te weinig menskracht blijft het initiatief steken. Dat is overigens meer een gegeven dan een verwijt. CAMRA kampt met hetzelfde probleem, waardoor reviews op whatpub.com gedateerd zijn. Maar ik hoor of lees ook over het kwaliteitslabel nooit iets in bijvoorbeeld PINT Magazine of op Facebook.
Dat brengt me meteen op punt drie: de communicatie is een groot probleem voor PINT. Zo deed zich in de regio Zuid-Holland een schisma voor. Een groep bestuurders, nota bene onder leiding van een erelid, is opgestapt en voor zichzelf begonnen. De overgebleven bestuursleden slaagden er dit jaar niet in het Winterbierfestival van de regio te organiseren. Maar over dat laatste hoorden we niets van PINT.
Voor algemene biercommunicatie zijn er gelukkig andere partijen. Voor de P van promotie zijn er allerlei sociale media en actieve im- en exportbedrijven, festivals, tijdschriften en de krantenstukken van Raymond van der Laan. En wat de IN van informatie betreft: ik denk dat de magazines van Albert Heijn en diverse recente boeken meer betekenis voor de volksopvoeding hebben dan de activiteiten van PINT. Maar veel hiervan is wel werk dat PINT nu zou moeten verrichten. Zover had de organisatie na bijna vier decennia eigenlijk moeten zijn. Haar bezigheden spelen zich echter vooral binnen haar ledenwereld af of schieten anders (online) tekort.
Blijft over de T - maar ik kan niet achterhalen wat ‘traditioneel’ nog inhoudt voor PINT. Oorspronkelijk sloeg dat op het soort bier dat PINT ten tijde van de oprichting, rond 1980, miste en graag terug wilde, in elk geval (ik citeer de website) ‘zonder overbodige of onnatuurlijke toevoegingen, filteringen en pasteurisaties’. Inmiddels barst de brouwwereld uit elkaar van nieuwe technieken en ingrediënten. En kun je je van sommige afvragen of die dan niet ook een bedreiging voor ‘de traditie’ van bier zijn. Maar daar heb ik PINT nog nooit over gehoord. Toen ik ooit iets over de wildgroei aan niet-traditionele bockbieren schreef in PINT Magazine, werd daar een kadertje bij geplaatst met de vraag: lezer, want vindt u hiervan? Ik vond dat een gotspe. Want ik had verwacht dat in de eerste plaats PINT zélf er iets van zou vinden. Niet dus. Nooit meer iets over gehoord. En hetzelfde geldt dus voor de talloze hedendaagse toevoegingen.
PINT lijkt geen opinies te hebben over het bier zelf. Zo stond er in de laatste zeven PINT Magazines (tegenwoordig veelzeggend genoeg ‘voor biergenieters’, niet voor bierconsumenten) steeds slechts één kritisch artikel, over brouwhygiëne, lokale brouwers, vermeende overconsumptie, standaardnormen (Rick Kempen: “Wie weet, kunnen PINT en de Europese zusterorganisaties hier nog eens voor lobbyen”), verpakkingen en glyfosaat in bier. Ik weet niet of dat magere moyenne de keuze van het bestuur of van de redactie is, maar hoe dan ook: PINT doet zowel in als buiten het blad veel te weinig aan opiniëring. Geen wonder dat de organisatie een gezaghebbende positie is misgelopen. Met de overige activiteiten en uitstraling is PINT voor mij tandeloos en niet relevant voor de Nederlandse biercultuur.
Maar hoe moet het dan verder? PINT klaagt dat het moeilijk is aan goede vrijwilligers te komen en dat leden en buitenstaanders dat gebruiken om de vereniging te kritiseren. Ik snap dat dat niet leuk is, maar het is de realiteit. Die lijkt bovendien moeilijk te veranderen. Trek daar dan conclusies uit. Ik ken maar één remedie: keuzes maken en afslanken. Kies gericht taken en aandachtspunten en ga daarmee aan de slag. Nodeloze promotie: mee stoppen. Mislukte journalistiek & informatie: idem. Horecakwaliteitslabel: te hoog gegrepen.
Kies voor de T en maak je daar planmatig sterk voor. Richt je op het bier. Formeer met anderen een denktank en bevrucht de bierwereld met zinvolle, kritische informatie en adviezen. Of: maak van PINT juist een gezellige vereniging van bierliefhebbers zonder verdere pretentie, en houd het daarbij.
Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar niemand zal de rest missen.